Klinisch psycholoog Corine ter Burg verdiepte zich voor haar management-opdracht tijdens de opleiding tot klinisch psycholoog in transitiepsychologie.
‘Ook op kleine schaal kun je al een verschil maken’
- Home
- Over GGz Centraal
- Collega's vertellen
- Verhalen van collega’s
- Corine ter Burg - Klinisch psycholoog
Kun jij het je nog herinneren, je 18e verjaardag? De dag dat je voor de wet volwassen werd? De één viert een groot feest, voor de ander is het een hectische overgang.
Voor adolescenten die psychische zorg krijgen is dat laatste zonder twijfel het geval. 18 worden betekent namelijk dat je overgaat van de kinder- en jeugd-ggz naar de volwassenenzorg. Daartussen bestaat een redelijk grote kloof. De focus van de zorg verschuift van het ‘systeem’ naar het individu. Je krijgt een zorgverzekering en moet eigen risico gaan betalen. En je krijgt hulp vanuit een ander behandelprogramma, door een nieuwe hulpverlener.
Allemaal bureaucratische processen die zorgteams in de ggz van elkaar scheiden. Met als gevolg dat de adolescent vaak opnieuw op de wachtlijst komt of buiten beeld van de zorg raakt. Terwijl de oplossing ogenschijnlijk simpel is: meer verbinding en samenwerking.
De juiste zorg in een kwetsbare levensfase
‘De transitie van kinder- en jeugd-ggz naar de volwassenenzorg is behoorlijk hard,’ vertelt Corine ter Burg. Tijdens haar opleiding tot klinisch psycholoog deed ze samen met Milou van Paridon een managementopdracht over transitiepsychologie.
‘Terwijl juist de jongeren tussen 16 en 25 jaar het meest kwetsbaar zijn. Bijna alle psychische ziektebeelden komen tot uiting in deze levensfase. Hulp zoeken is op deze leeftijd lastig en zo’n harde overgang van zorg helpt daar niet bepaald aan mee. Je ziet dat jongeren afhaken in zo’n transitie van zorg. Ze staan op een wachtlijst, maar besluiten soms niet meer naar de intake te komen. Daardoor raken ze buiten beeld.’
Problemen inventariseren
Corine ging in gesprek met verschillende collega’s binnen GGz Centraal en op werkbezoek bij andere organisaties. ‘Eigenlijk liep iedereen die we spraken tegen hetzelfde aan. De wil is er wel en iedereen ziet de noodzaak. Maar praktische zaken, zoals een andere financiering, zorgen voor organisatorische schotten en een gebrek aan kennis van elkaars beleid.’
Met de inventarisatie van het probleem kwam ook de oplossing al vrij snel naar voren. En die is in theorie vrij eenvoudig: meer contact tussen zorgteams. ‘We moeten op tijd beginnen met het organiseren van een soepele overgang. Dat begint ermee dat collega’s elkaar leren kennen en directer samenwerken.’
Transitiepsychiatrie: het ideaalbeeld
Over hoe de transitiepsychiatrie eruit moet komen te zien is Corine helder. ‘Idealiter komt er een gezamenlijk zorgaanbod, dat de continuïteit van de zorg bevordert. Eerste stappen zijn bijvoorbeeld gezamenlijke intaketrajecten, diagnostiekdagen of een maandelijks overleg transitiepsychiatrie. Vanuit daar kunnen we toewerken naar een speciale behandelgroep voor adolescenten vanaf 16 jaar. Hierin kan de hulpverlener ook aandacht besteden aan de zaken die de adolescent vanaf zijn 18e ineens zelf moet gaan regelen, zoals een zorgverzekering en eigen woonruimte.’
Voor haar managementopdracht kwam Corine met heldere aanbevelingen om transitiepsychiatrie te verbeteren. ‘We hadden een ambitieus project, met een concreet voorstel. Klaar voor de start, zou je zeggen. Maar toen kwam corona. De prioriteiten verschoven en ik heb helaas niet alle plannen kunnen uitvoeren.’
Grote ambities, kleine stappen
Toch is dat niet een treurige afloop van het project. ‘Want ook op kleinere schaal kun je al een verschil maken,’ vertelt Corine. ‘Door me in mijn managementopdracht op dit onderwerp te focussen, heb ik goed zicht op het probleem én een aanpak om hier stappen in te zetten.’
‘Het is fijn dat ik werkuren heb gekregen om de transitiepsychiatrie binnen GGz Centraal te verbeteren. Inmiddels zijn de eerste diagnostiekdagen geweest, over de muren van verschillende poliklinieken heen. Daarnaast vind ik het belangrijk dat adolescenten met leeftijdsgenoten worden behandeld. Er zijn nu vergaderstructuren met collega’s vanuit verschillende zorgprogramma’s, van waaruit we een behandelgroep voor 18 tot 25-jarigen hebben ingericht. Net ná de transitie dus, dat wel. Maar het is een begin, van waaruit we verder kunnen werken.’
Jouw ideeën uitvoeren
Als klinisch (neuro)psycholoog krijg jij volop de ruimte om invloed uit te oefenen op beleid en samen te werken aan het verbeteren van onze zorg.
Jouw opleiding tot klinisch psycholoog of klinisch neuropsycholoog
Tijdens de 4-jarige opleiding tot klinisch psycholoog doe je specialistische kennis en vaardigheden op in behandeling en diagnostiek. Dat combineer je met kennis over management en innovatie én praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek.